maandag 12 december 2016

Het Basisinkomen en de SP

Paul Ulenbelt van de SP ziet niets in een basisinkomen. Dat is eigenlijk vreemd want in de jaren zeventig en later waren ondermeer CNV, PPR, PSP, CPN, PvdA en FNV voorstanders van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Zijn houding valt misschien te verklaren uit het feit dat hij een aantal punten verkeerd of vanuit een ander standpunt ziet. Zijn eerste uitgebreide vertoog verschijnt in het SP blad Spanning van september 2014.


– Daarin zegt Ulenbelt:”‘Laten we eerst eens kijken naar de geschiedenis van het basisinkomen. Dan zie je dat het vooral een liberaal idee is. In Nederland is het in de jaren 80 in Den Haag op de politieke agenda gezet door niemand minder dan Gerrit Zalm.”
– Deze stelling is niet waar. Zalm poneerde het idee in de jaren negentig. (Bron: NRC 7 januari 1993) Bovendien waren, jaren voordat Gerrit Zalm met zijn plan kwam, zo vanaf 1974, de voornoemde organisaties, CNV, PPR, PSP, CPN, PvdA en FNV, reeds met het basisinkomen actief (en eigenlijk waren de plannen al veel en veel ouder….). Erg liberaal lijkt het idee dus niet te zijn.

– Ook eerder gaat hij in de fout als hij, over de socialistische voorstanders van het basisinkomen, stelt: “Socialisten deden dat vooral vanuit het idee dat we aan iedereen bestaanszekerheid moesten kunnen bieden. In die tijd was er helemaal nog geen sociale zekerheid. De situatie nu is echter heel anders.”
– Socialistische voorstanders waren er vooral te vinden tussen 1974 en 1982. Op de top van ons sociaal vangnet! Waarom Ulenbelt hier de zaken verdraait, is me niet bekend.

– Vervolgens blijkt opnieuw dat hij zijn huiswerk slecht gedaan heeft als hij vermeldt: “Je ziet dan ook dat in de loop van de 20ste eeuw, als de verzorgingsstaat stapje voor stapje vorm krijgt, de socialisten en de vakbeweging afstand nemen van het idee van het basisinkomen.”
– Niet alleen tussen ’74-’82 maar ook daarna, bijna gelijk met Zalm, namelijk in de eerste helft van de jaren 90, komen achtereen volgens de Wiarda Beckman stichting, de Vereniging Basisinkomen en PvdA-leden Marcel van Dam en Simons (wethouder Rotterdam) ook weer met het basisinkomen. Het lijkt eigenlijk nooit lang weg geweest te zijn. (Bron Volkskrant 20-12-1994). Het politieke klimaat is wisselvallig en politici ook. Melkert (PvdA) bijvoorbeeld is soms tegen, soms voor. Het hangt er gewoon vanaf hoe het op dat moment gebracht wordt: sociaal of a-sociaal!

– Hij stelt ook: “Er zit een liberale filosofie achter het basisinkomen: ieder z’n deel, dan ben jij van de overheid af en is de overheid van jou af.”
– Persoonlijk vind ik dit helemaal geen slecht idee zolang dat ‘deel’ maar echt voldoende is om van te leven. Verder kan dan iedereen zich bezig gaan houden met actieviteiten die het best bij hem of haar passen. Opleiding volgen, omscholing volgen, vrijwilligerswerk doen, kunstenaar worden, een bedrijfje beginnen of je een rotje solliciteren.

– Het volgende argument in zijn betoog is: “Mensen worden afgescheept met een schijntje en vervolgens aan hun lot overgelaten.”
– Ook nu worden mensen afgescheept met te weinig, daarbij worden ze dan vreselijk betutteld en bespioneerd zonder dat ze daar ook maar een spat mee opschieten. Over opleiding en werkervaring die ze via dwangarbeid ten deel valt, zullen we het hier maar niet hebben.
Hebben mensen een basisinkomen dan kunnen ze zelf de opleidingen uitkiezen waarin ze succes denken te kunnen hebben. Ook werkgevers zullen bij tekort aan arbeidskrachten eerder voor opleidingen zorgen als ze niet tevens een loon moeten betalen.
Ulenbelt lijkt het basisinkomen zwart te willen maken door de meest ongewenste vorm van een basisinkomen als standaard te stellen. Persoonlijk vind ik een beetje kinderachtige houding.

Een liberaal idee is een te laag basisinkomen, een socialistisch idee is een basisinkomen waarvan je goed rond kan komen!

– In het zelfde editie van Spanning vervolgt hij: “De invoering van een basisinkomen zou funest zijn voor dat systeem van sociale zekerheid.”
– Dit is volslagen onzin! Met een sociaal basisinkomen heb je een optimale sociale zekerheid. Je kan zelfs niet de dupe worden van ‘administratieve foutjes’ van uitkeringsinstanties!
Men hoeft ook niet onmiddellijk zijn huis te gaan verkopen als je bij de volgende bezuinigingsronde door je werkgever op straat wordt gezet. Hoe veel zekerheid kan een mens zich nog meer wensen?

– Ook in de volgende paragraaf  (blz. 17) probeert Ulenbelt op vreemde wijze zijn gelijk te halen. Hij stelt dat als basisinkomen €1800,- zou zijn, hij niet meer zou gaan werken.
– In de eerste plaats stelt hij hier het basisinkomen wel erg veel hoger dan waar een gezin in de bijstand zich op dit moment tevreden mee moet stellen en daarmee schetst hij bewust een onrealistisch voorbeeld.
– In de tweede plaats is niet iedereen als hij!! Diverse experimenten met ‘gratis geld’ hebben aangetoond dat slechts een enkeling zal gaan luieren en bovendien: “Voor iedere luilak een ander aan het werk” zoals Kees Alders zegt. (Zie verder ook R. Bregman ‘Waarom we iedereen gratis geld moeten geven‘.)

– Vervolgens stelt hij: “wanneer een belangrijk motief om te gaan werken verdwijnt, zal ook de koopkracht drastisch afnemen. Dat zou funest zijn voor de economie”.
– Als je mensen zo veel geeft dat ze niet meer willen werken dan zal de koopkracht eerder gestegen zijn, dan dat deze daalt. Het is bovendien bekend dat werk niet altijd een hoger inkomen tot gevolg heeft.
Juist de laatste tijd en juist bij de SP stelt men dat men de armsten flink wat er bij moet geven omdat de bestedingen dan toenemen en dat zal goed zijn voor de economie. Met een basisinkomen kan dat. Wie heeft er nu gelijk de SP in 2014 of de SP in 2016?

– Daarna verhaalt hij hoe D66 een twintig, dertig jaar geleden over het basisinkomen dacht.
– Ik heb helaas niets over de door hem gememoreerde perikelen kunnen vinden, maar men kan zich de vraag stellen: Moeten de ideeën van D66 van meer dan twintig jaar geleden een leidraad zijn voor de SP nu?  Dat is op zijn zachtst gezegd toch vreemd te noemen!

– Het meest vreemde komt daarna echter als hij stelt:”Het idee van het basisinkomen werkt alleen als het te weinig is om van te kunnen leven en je daarnaast moet werken.”
– Dat is dus het liberale idee over een basisinkomen. Het idee wat dus niet deugt!
De meeste mensen willen een onvoorwaardelijk basisinkomen wat iedereen in staat stelt fatsoenlijk te leven!
Ulenbelt stelt feitelijk dat het liberale basisinkomen werkt, maar slecht is en dat het sociale basisinkomen wel goed is, maar niet werkt want dan zou hij in zijn tuin blijven zitten. Een merkwaardige conclusie.

– Vervolgens geeft hij aan dat we ook alle uitkeringen kunnen verhogen, de pensioenleeftijd kunnen verlagen en meer banen zouden kunnen scheppen. Het geld daarvoor zou men bij de bovenste 1% weg kunnen halen.
– We zitten dan nog steeds met een enorm bureaucratisch apparaat, mensen die van het kastje naar de muur gestuurd worden en mensen die bespioneerd en in hun vrijheid geknot worden. Misschien dat we het geld van de bovenste 1% of desnoods 10% toch nuttiger zouden kunnen besteden als we het in een basisinkomen zouden investeren en arbeidslozen niet langer als oud vuil behandelen?

– Op de laatste pagina gaat hij verder met zijn vertoog wat er allemaal fout is aan een basisinkomen wat niet toereikend is om van te leven; kortom een liberaal basisinkomen. Ook schildert hij weer zijn socialistische gedachte waarin alleen betaalde arbeid en niet een menswaardig bestaan de hoogste prioriteit lijkt te hebben.


Dit artikel van Ulenbelt maakte blijkbaar ‘enige reacties’ los onder de SP leden die het basisinkomen wel een goed idee vonden. Die reacties waren voor Ulenbelt en de SP belangrijk genoeg om, in de volgende editie van Spanning (okt 2014), nog eens uitgebreid op de zaak in te gaan. De inhoud van de lezersreacties mogen we echter niet kennen!

– In de eerste alinea komt hij met het argument: “Maar het onvoorwaardelijk basisinkomen is nergens ter wereld ingevoerd. En daar zijn goede redenen voor.”
– Volgens mij is het basisinkomen nog niet ingevoerd omdat het groot-kapitaal (de bovenste 1% van de wereld) het hier voor het zeggen heeft en die het niet willen. Maar ik kan het natuurlijk mis hebben.

– Hij zegt dat een dat goede sociale voorzieningen te prefereren zijn boven een basisinkomen dat te weinig is om van te leven en te veel om van dood te gaan.
– Naar mijn idee vergeet hij hierbij dat te lage uitkeringen net zo erg, zo niet veel erger, zijn als een te laag basisinkomen.
Uitkeringen hebben het nadeel dat mensen last hebben van willekeur van uitvoeringsorganen en vreselijk gebukt gaan onder de regeldruk en het verlies aan privacy en zelfbeschikkingsrecht. Een basisinkomen zou wat dat betreft een hele verbetering voor de uitkeringsgerechtigden zijn. Ulenbelt schijnt echter niet op de hoogte te zijn van de vreselijke verhalen die over het leven met een uitkering de ronde doen.

– Ulenbelt stelt: Allerlei berekeningen die zijn gemaakt komen er op uit dat de hoogte van het basisinkomen onder of net boven de armoedegrens ligt. (blz15)
– Ook de huidige bijstandsuitkeringen liggen op dat niveau, dat schijnt hij te vergeten. Ulenbelt en SP willen dat de uitkeringen stijgen en dus ook het basisinkomen kan best hoger; dat komt op het zelfde neer. Bovendien gaan de meeste berekeningen uit van een nog al liberale financiering van dit basisloon. Het zou volgens mij ook anders kunnen zoals ik in een ander bericht dan ook geschetst heb.

– Verder op dezelfde pagina schets hij dat een onvoorwaardelijk basisinkomen onbetaalbaar of in ieder geval onnodig duur zou zijn.
– Dat zou kloppen als je inderdaad ook alle werkenden die loonsverhoging, die een onvoorwaardelijk basisinkomen inhoudt, ook volledig laat houden. Waarom zou je dat echter doen?
Geen enkele regering zou daar voor te vinden zijn. Het is dus zaak om in ieder geval bij de iets hogere inkomens, zoveel mogelijk van dat geld (en liefst nog een beetje meer) terug te halen.
Natuurlijk gaat een basisinkomen extra geld kosten, maar het geld is er in Nederland en ook het optrekken van de uitkeringen naar een menswaardig niveau gaat veel geld kosten. Alweer zie ik het probleem dat Ulenbelt schets dus niet helemaal.

– Voorts maakt Ulenbelt bezwaren tegen het onvoorwaardelijke karakter van het basisinkomen. In een eerdere publicatie over het basisinkomen (Spanning nov.2013 blz 13) stelt hij: “Socialisten vinden dat iedereen zijn bijdrage moet leveren aan de maatschappij. Dat wij produceren en diensten leveren voor een ander en die ander voor ons. Alleen op die manier kunnen we een samenleving in stand houden en verbeteren.”
– De bijdrage aan de maatschappij die de socialist Ulenbelt schijnbaar voor ogen staat is werken. Hij ziet hierbij over het hoofd dat men er voor gezorgd heeft dat er niet voor iedereen werk is.
Ook gaat hij er aan voorbij dat er al veel te veel geproduceerd wordt en ook, dat er veel te veel onzin geproduceerd wordt.
Behoeftes worden gekweekt om de economie op te stuwen en niet omdat men er behoefte aan heeft. Om milieu of de grondstoffen en energieverspilling die dat geeft bekommert men zich niet. Als dat de betere samenleving is die Ulenbelt voor ogen staat, dan geef ik liever de voorkeur aan een wat minder goede maatschappij.

– Een tweede punt waar hij aan voorbij gaat, is dat niet de burger, maar de ondernemers en het groot kapitaal bepalen of er banen zijn en voor wie. Het is een erg Neoliberale gedachte om te stellen dat burgers die niet aan bepaalde voorwaarden voldoen ook geen geld nodig hebben om van te leven.
– Juist het onvoorwaardelijk basisinkomen moet er onder meer voor zorgen dat mensen niet drie maanden zonder inkomen komen zitten, omdat een uitkeringsinstantie een ‘vergissinkje’ met het adres begaan heeft. ‘Socialisten vinden’ is trouwens een mening en geen bewijs dat iets goed of slecht is.

– Terug naar de Spanning van oktober 2014. Een ander bezwaar wordt de afschaffing van het minimumloon genoemd.
– Ik neem aan dat dit een vergissinkje is. Je hebt immers geen minimumloon nodig als iedereen van een bestaansminimum verzekerd is.

– Vervolgens stapt Ulenbelt over naar een Canadees experiment dat door R. Bregman genoemd wordt. Ulenbelt stelt: “Maar het was geen basisinkomen, want niet iedereen kreeg het. Het leek dus meer op de bijstand die wij al sinds 1963 kennen.”
– Voor zover ik de teksten begrepen heb, ging het hierbij om een experiment om te zien of een basisinkomen uitvoerbaar was en wat voor een effect dit had op het leven van de mensen die een dergelijk basisinkomen kregen. De uitkomsten waren positief. Het experiment had weinig met de bijstand te maken. De mensen hoefden zich niet te onderwerpen aan streng regime zoals een werkeloze dat moet.
Bronnen Wikipedia.org Micome en R. Bregman ‘Waarom we iedereen gratis geld moeten geven‘. Deze laatste bron geeft trouwens veel informatie over het basisloon en experimenten met ‘gratis geld’ die duidelijk aan tonen dat er positieve resultaten te behalen zijn.
Dat dit experiment geen echt basisinkomen was en wel positief verliep, wil niet zeggen dat een basisinkomen geen positieve gevolgen kan hebben; integendeel zelfs.

– Ulenbelt stelt terecht: ‘We moeten het geld dat we met ons allen hebben dus eerlijk verdelen. Want inkomenszekerheid zorgt ervoor dat mensen gezonder gaan leven, zich prettiger voelen, gemakkelijker gaan studeren en eerder vrijwilligerswerk gaan doen.’
– Een basisinkomen staat een eerlijker verdeling van het geld niet in de weg en geeft een veel grote inkomenszekerheid dan een uitkering. Dus ook dit argument is weinig steekhoudend.

– Ook stelt hij de vraag: ‘hoe eerlijk is het basisinkomen?’
– Ik geloof niet dat er ooit gesteld is, dat het basisinkomen eerlijk zou zijn. Het moet alleen voor een bestaansminimum zorgen. We kunnen daarna met andere instrumenten er voor zorgen dat inkomens eerlijker verdeeld worden. Dat een arme een basisinkomen krijgt en een rijke ook is tenslotte met een kleine belastingverhoging voor de hogere inkomens op eenvoudige wijze te corrigeren.

– Het is niet wat Ulenbelt zegt ‘Maar het gelijk verdelen van geld over mensen die het wel en niet nodig hebben kun je niet socialistisch noemen.’
– Het is mensen een bestaanszekerheid geven opdat ze een menswaardig bestaan kunnen leiden. Er zijn voldoende middelen om te voorkomen dat rijken daar onnodig van meeprofiteren.
Het een bureaucratisch en geldverslindend apparaat dat mensen als gevallen ziet en wat niet na laat diep in mensen hun leven in te grijpen, moet men aan de kant zetten opdat ook de armsten zich vrij kunnen voelen. Vrijheid is er voor de armsten die gevangen zijn in de dwangbuis van de sociale wetgeving namelijk niet. Ook niet wanneer de uitkeringen eindelijk naar een normaal niveau opgetrokken worden. Solidair zijn met de armsten dat is socialisme!

– Ulenbelt: “Voor wie niet kan werken hebben we een basisinkomen: de (te lage) bijstand. De strijd moet niet gaan over een basisinkomen ja of nee, maar om een fatsoenlijk inkomen voor wie wel wil maar niet kan bijdragen aan de samenleving.” (Spanning okt.2013)
– Hiermee wordt volledig genegeerd dat de steuntrekker door de maatschappij als zijnde een minderwaardig lid van de samenleving, een profiteur, weggezet wordt. Het basisinkomen vergroot echter de gelijkheid tussen de onderste lagen van de samenleving en drukt de ene niet nog verder in de prut dan de ander.
Een basisinkomen zorgt voor solidariteit onder alle laagstbetaalden en voorkomt een verdeel- en heerspolitiek van de regering die nu alle groeperingen één voor één pakt: studenten, ouderen, minimumloners, zzp-ers, ABW-ers, IOAW-ers, IOW-ers, IOAZ-ers, WAO-ers, enz. enz.

De SP zou een vorm van basisinkomen zoals door mij geschetst wordt moeten verwelkomen. Het is gunstig voor de kleine ondernemer, voor de dienstverlenende sector, voor de kunstenaar, voor de werkeloze, enz. enz. stuk voor stuk groeperingen die de SP zegt te willen steunen.
Afgezien van directe (besparingen) en indirecte (gezondheid) economische voordelen zouden de kosten van een basisinkomen betaald kunnen worden door grote vermogens en hoge inkomens harder aan te pakken.
De SP laat een goede kans om tot een menswaardige, solidaire en eerlijke maatschappij te komen, liggen.

Geen opmerkingen: