dinsdag 13 december 2016

Hoog- en Laagopgeleiden


Tegenwoordig worden om de haverklap de kreten hoog- en laagopgeleid gebruikt terwijl men in veel gevallen iets heel anders bedoelt. Het gaat in veel gevallen namelijk niet om de opleiding maar om de maatschappelijke laag waarin een bepaalde groep van de bevolking zich beweegt. Opvallendste kenmerk van deze lagen is echter niet de opleiding, want dat is aan de buitenkant niet af te lezen. Het gaat hierbij meestal om het uiterlijk vertoon van bezit. De schijnbare welstand.

Door de term ‘hoogopgeleid’ te koppelen aan de groep mensen die een zekere welstand bereikt hebben, wil men het niet alleen doen voorkomen als of alle ‘welgestelden’ een goede opleiding hebben genoten, maar men wilt tevens de inruk wekken dat deze groep ook alle positieve eigenschappen van hoogontwikkelde mensen bezitten. Ook tracht men een beeld scheppen van mensen die dankzij hun nijvere studie hun positie, hun inkomen en hun vermogen volledig verdienen. Ze hebben er hard voor geleerd en gewerkt, wil men suggereren.
Dat dit lang niet altijd het geval hoeft te zijn, vergeet men gemakshalve maar.

De groep mensen die zich op dit moment onder aan de maatschappelijke ladder bevinden, krijgen veelvuldig het predicaat ‘laagopgeleid’ opgeplakt. Dat er in tijden met flinke werkeloosheid en ongelijke kansen op werk en opleiding, weinig relatie tussen opleiding en intelligentie enerzijds, en inkomen en welstand anderzijds, hoeft te bestaan, wordt (ogenschijnlijk doelbewust) vergeten.
Daarbij heeft men er bovendien een handje van om de laagopgeleide af te schilderen als dom, lui en onbeschaafd. Veelvuldig wordt hun daarbij verweten dat ze ‘niet genoeg gedaan hebben’ om aan hun situatie een eind te maken. Het zijn ‘labbekakken’ gonst velen nog in de oren……..

Dat beperkte verstandelijke vermogens en geestelijke ontwikkeling vaak leiden tot een laag inkomen of een lage opleiding, maakt nog niet dat mensen met een laag inkomen of een lage opleiding per definitie slechts een beperkte geestelijke ontwikkeling hebben. Daarvan uit gaan is beledigend en discriminerend.

Met de genoemde neo-liberale stellingnames tracht men te verdedigen dat ‘hoogopgeleiden’ bepalen wat goed voor de laagopgeleiden en de maatschappij is en vooral ook wil men de ‘laagopgeleiden’ voorschrijven hoe ze hun leven in moeten richten. Het motto lijkt te zijn: ze zijn onwetend, dom, dus moeten wij hun vertellen wat goed voor hun is.

Dit uit zich bijvoorbeeld ook in het taalgebruik van de ‘hoogopgeleiden’. Behalve door een overmatig gebruik van verkleinwoorden, waarmee men bepaalde, bij hun ‘stand’ behorende, verworvenheden als ogenschijnlijk weinig belangrijk en ter zake doend, af tracht te doen, is vooral het gebruik van een jargon met ingewikkeld klinkende termen en afkortingen er op gericht onderscheid te maken tussen ‘de sukkels’, die het niet begrijpen en ‘wij ontwikkelden’. Rangen en standen moeten er immers zijn!

De superieure positie die de ‘hoogopgeleiden’ zich zelf toekennen, komt vooral tot uitdrukking door er steeds weer de nadruk op te leggen dat de mensen ‘die wat bereikt hebben’ dat vooral aan ‘hun eigen inzet’ te danken hebben en anderzijds door te wijzen op de domheid van arme mensen.
De gretigheid waarmee men de kreet “Armoede maakt Dom” na het verschijnen van de publicatie van Sendhil Mullainathan,  Eldar Shafir, etc. via diverse kanalen de wereld instuurde, is daar een overtuigend voorbeeld van.
In voornoemde publicatie wordt voornamelijk  gesteld dat grote problemen, zoals voortdurende geldzorgen, maar ook relatieproblemen, je geest dermate sterk in beslag nemen, dat je het overzicht over de andere problemen verliest en daardoor vaker vergissingen begaat. Dat zijn heel andere kernbegrippen dan de begrippen ‘armoede’ en ‘dom’.

De realiteit


Waar men geen aandacht voor heeft is voor het feit dat niet alle ‘welgestelden’ werkelijk hoogopgeleid zijn. De praktijk is namelijk dat sommige ‘hoge’ opleidingen wel toegang tot hoge of goed betaalde functies geven, maar dat men niet over erg bijzondere kwaliteiten hoeft te beschikken of erg intelligent hoeft te zijn om een dergelijke opleiding te kunnen volgen. Een goed gevulde portemonnaie lijkt bij sommige opleidingen of voor het verkrijgen van bepaalde functies een belangrijkere voorwaarde dan een goed stel hersenen of een hoog IQ.
Zelfs 'universitaire' graden blijken tegenwoordig te koop te zijn.

Vanzelfsprekend kunnen welgestelden hun welstand ook langs heel andere weg bereikt hebben. In gegoede kringen vindt men bijvoorbeeld regelmatig meer dan één inkomen per huishouden. Anderen steken zich diep in de schulden om maar ‘hun stand’ op te houden en zeker niet iedereen, die een zekere welstand bereikt heeft, komt daar door zijn eigen prestaties aan, maar dankt dat bijvoorbeeld aan een erfenis.
Een bepaalde groep welgestelden komt trouwens misschien wel dankzij een goed stel hersenen, maar niet op eerlijke wijze aan hun geld. Het is bekend dat bij sommige mensen ‘er alles aangelegen is’ een zekere welstand en daarmee samenhangend vertoon te etaleren.
Welstand en hoge opleiding of een goed stel hersenen gaan dus lang niet al tijd hand in hand.

Het is namelijk ook zo dat men in de lage inkomensgroepen ook mensen tegen kan komen die wel een hoge opleiding, een goede algemene ontwikkeling en/of een hoog IQ hebben. Door omstandigheden of uit eigen vrije wil leiden zij een eenvoudig leven. De laagst betaalden zijn zeker niet per definitie de domste mensen in deze samenleving. De laatste 40 jaar maakt de werkeloosheid in alle lagen van de samenleving slachtoffers.
Dom zijn leidt misschien wel vaak tot een laag inkomen, maar een laag inkomen maakt een mens niet per definitie dom.

In alle tijden, maar vooral ook de laatste decennia, komt het bovendien voor dat mensen wel de hersens en de intelligentie hebben, maar niet de kansen krijgen om zich te ontplooien. Ook zijn er mensen die alles in huis hebben om een toppositie in de maatschappij te bereiken, maar daar gewoon geen zin in hebben en daarom met minder genoegen nemen.
In het kort kan men gewoon stellen dat het gebruik van de termen hoog- en laagopgeleid soms weinig te maken heeft met de realiteit, maar dat men daarmee de minvermogenden wilt wegzetten als domme, minderwaardige, nietsnutten die nergens voor deugen, terwijl de beter gesitueerden een soort übermenschen zouden zijn, die het volste recht hebben de maatschappij naar hun hand te zetten.

Inmiddels is het ongenuanceerde gebruik van deze termen zo ingeburgerd, dat de onduidelijkheid over wat de gevolgen van een bepaalde opleiding dan wel van een bepaald inkomen zijn alleen maar toe neemt. Zo 'kopt' het CBS de ene keer met "Welvarende mensen leven langer in goede gezondheid" (2012) en een volgende keer met "Hogeropgeleiden leven langer in goede gezondheid" (2015).
Dit opent de weg tot een verkeerde voorstelling van gerelateerde onderzoeksresultaten. Dit misbruik lijkt het vooropgezette doel te hebben de positie van de armste klasse te verklaren met een gebrek aan intelligentie en daardoor ook opleiding. Men doet daarmee de intelligente en hoogontwikkelde mensen, die tot armoede veroordeeld zijn, op beledigende wijze onrecht.



Geen opmerkingen: